Bijstandsuitkering voor 27 jaar en ouder aanvragen

Hoeveel uitkering u krijgt, hangt af van 2 dingen:

• uw andere inkomsten
• hoe en met wie u woont
  De gemeente ziet iemand als uw huisgenoot als die persoon op hetzelfde adres woont en de kosten van het huishouden met u deelt.
  Dus ook als u familie van elkaar bent.

Meer informatie staat op de pagina Hoogte bijstandsuitkering.

Als u bijstand aanvraagt, kijkt de gemeente naar uw vermogen.
U mag niet teveel eigen bezit hebben. Bezit is hetzelfde als vermogen.

Het vermogen van thuiswonende kinderen jonger dan 18 telt ook als bezit.

Voorbeelden van vermogen zijn:

• huis, bedrijf of grond in het buitenland
• woonboot of caravan
• onverdeelde boedel
• contant geld
• spaarloonregeling
• levensverzekering
• spaargeld
• aandelen
• antiek
• auto of ander motorvoertuig
• sieraden en waardevolle verzamelingen

Normale spullen horen niet bij het vermogen. Zoals een wasmachine of televisie.
Ook spullen die echt nodig zijn, zijn geen vermogen. Bijvoorbeeld een aangepaste auto voor mensen met een handicap.

Vrij te laten vermogen

U mag bezit hebben tot een bepaald bedrag.
Dit heet 'vrij te laten vermogen'.

Per 1 januari 2024 is dit maximaal:

• voor gezinnen en alleenstaande ouders: € 15.150
• voor alleenstaanden: € 7.575
• maximale vrijlating waarde eigen woning: € 63.900

De gemeente berekent uw vermogen op het moment dat u een uitkering aanvraagt.
Een gedeelte van uw vermogen wordt vrijgelaten.

• De gemeente houdt rekening met de landelijk vastgestelde vrijlatingsbedragen.
• Als u schulden hebt, trekt de gemeente die van uw vermogen af.
• Hebt u voor toekomstige kosten voor begrafenis of crematie een bijzondere regeling? Dan gelden andere extra vrijlatingen.
  Per persoon mag u maximaal € 4.300 apart zetten voor uw uitvaartkosten.
  De waarde van een mogelijke uitvaartpolis telt mee bij de berekening van de maximale vrijlating.
• Hebt u een eigen huis of een woonboot?
  Dan gelden daarnaast andere regels.
  Informeer hiernaar bij uw contactpersoon bij de gemeente.

Hebt u meer vermogen dan het vrij te laten vermogen?
Dan krijgt u voorlopig geen uitkering.
U krijgt pas een uitkering als uw vermogen onder het vrij te laten vermogen komt.

Voorbeeld 1: Gezinnen en alleenstaande ouders

Uw vermogen is minder dan het vrij te laten vermogen. U kunt gewoon een uitkering krijgen.

Voorbeeld 2: Alleenstaanden

Uw vermogen is meer dan het vrij te laten vermogen. U krijgt daarom voorlopig geen uitkering. 
U krijgt pas een uitkering op het moment dat u dit geld op een verantwoorde wijze heeft opgemaakt. Een verantwoorde wijze wil zeggen dat u per maand ongeveer 1,5 keer de voor u geldende bijstandsnorm mag opmaken.

Als u een eigen huis hebt, gelden extra voorwaarden.
De voorwaarden hangen af van de overwaarde van uw huis: hoger of lager dan € 63.900 (in 2024).

Verandert er iets bij u? Hebt u bijvoorbeeld werk gevonden, of gaat u samenwonen? Dan hebt u misschien geen recht meer op een bijstandsuitkering.

Geef dit meteen door. Gebruik het formulier op de pagina Wijzigingen doorgeven.
Daarmee voorkomt u problemen.

U kunt ook bijstand aanvragen als u in een eigen huis woont, zonder dat u het huis hoeft te verkopen. Ook als u een eigen woonboot bezit, krijgt u misschien bijstand. 
Een belangrijke voorwaarde is dat u zelf in de woning of de woonboot woont en die niet verhuurt. Verhuurt u een woning of woonboot, dan kunt u die verkopen. Dan kunt u van de opbrengst een bepaalde periode leven.

Als u zelf in de woning of woonboot woont, bekijkt de gemeente of u een krediethypotheek kunt krijgen. 
De bijstandsuitkering krijgt u als lening in de vorm van een krediethypotheek. Een krediethypotheek is een hypotheek die de gemeente op uw woning neemt. De gemeente neemt alleen een hypotheek op uw woning als er overwaarde is. Overwaarde is het verschil tussen uw hypotheekschuld en het bedrag dat uw woning op het moment waard is.

Om de overwaarde te bepalen wordt uw woning door een beëdigd makelaar getaxeerd. De makelaar bepaakt ook of u een krediethypotheek kunt krijgen. 
De makelaar wordt door de gemeente in overleg met u aangewezen. De makelaar bepaalt de waarde van uw woning op dat moment.

De getaxeerde waarde trekken we af van:

• het bedrag van uw hypotheek dat nog niet is afgelost
  Het gaat hierbij om uw normale hypotheek, die u bij een bank heeft lopen.
• een vrij te laten bedrag

Het bedrag dat na deze berekening overblijft, ziet de gemeente als rest-overwaarde op uw woning. 
Voor het bedrag van deze rest-overwaarde wordt een krediethypotheek afgesloten en betaalt de gemeente uw uitkering. 
U krijgt uw uitkering dus in de vorm van een lening. U betaalt dus uw eigen uitkering van de rest-overwaarde van uw woning.

Hier 2 rekenvoorbeelden:

Hebt u een eigen woning en hebt u bijstand nodig? Neem dan contact op met de afdeling Werk en inkomen. Een medewerker kan u meer informatie geven.

Alleen als u binnen de gemeente verhuist, kunt u uw uitkering houden.
In een nieuwe gemeente moet u opnieuw een uitkering aanvragen.

Probeert u informatie te verzamelen, maar lukt dat niet zo snel?
Laat dit dan direct bij de aanvraag weten. U krijgt dan meer tijd om die gegevens te sturen.

Die tijd komt bovenop de 8 weken van de aanvraag.
U zit dan ook langer zonder geld. Wel kunt u een voorschot aanvragen.

Blijkt achteraf dat u de gegevens wél had en bijstand hebt gekregen?
Dan betaalt u de uitkering terug.