De straatnamen van Rotterdam
Vroeger waren er geen vaste straatnamen voor de straten, stegen en paden van Rotterdam. Ze werden bijvoorbeeld genoemd naar bewoners, gebouwen in de buurt of bedrijven. Pas vanaf het midden van de 19e eeuw liet de gemeente straatnamen officieel vastleggen. Maar toen waren er al eeuwenoude straatnamen in gebruik.
Meent
Iedere Rotterdammer is wel eens op de Meent geweest. De naam is oud, namelijk uit de middeleeuwen. Het komt van ‘gemeene weide’ en betekent letterlijk gemeenschappelijke weide. Het woord gemeente is er ook aan verwant.
Beestenmarkt
Dat we vandaag de dag bij de Meent naar de markt gaan, is geen toeval. Op deze plek wordt al eeuwen gehandeld. Begin 15e eeuw was hier 2 keer per jaar een grote markt. Ook was er een paardenmarkt, 'in de Lombaertstrate upte meente neffens de capelle ende aldaer omtrent'. De Lombardstraat (en Lombardkade) zijn hier nu ook nog steeds.
Een eeuw later, in 1531, heette het hier Beestenmarkt. Daarna Varckenmart (de mart zat er al vroeg in), Meende ende Varckenmarct en later Meent bij de Varckenmarct.
Heerenstraat en Doorbraak
De Meent liep vroeger van de Oppert naar de Botersloot. Het noordelijke gedeelte, tussen Botersloot en Goudsesingel, heette toen Heerenstraat. Vanwege het toenemende verkeer en de steeds drukker wordende stad, besloot de gemeenteraad in 1913 dat de Meent verbreed en uitgebreid moest worden.
Toen in mei 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbrak was de nieuwe Meent voor het grootste gedeelte voltooid. De Meent was nu een snellere verbindingsweg tussen Goudsesingel, Jonker Fransstraat en de Coolsingel. In de volksmond heette de Meent dan ook een tijdje 'de Doorbraak'.
Tijdens de wederopbouw na de oorlog werd de Meent doorgetrokken en kwam de Heerenstraat te vervallen.
Nog een Meent?
De drukke straat in het centrum is niet de enige Meent in de stad. Waar de straat in de binnenstad gewoon 'Meent' heet, vinden we in Rozenburg 'De Meent'. Inderdaad, met het lidwoord De ervoor.
Blaak
Blaak is oud. Al in 1480 komt ‘die Blake’ voor op een kaart van de stad. Het was toen nog geen straat, maar een stadsvest. Hier lagen voornamelijk scheepswerven.
Er zijn 4 mogelijkheden waar de naam ‘Blaak’ vandaan kan komen:
- Het Oudnederlandse blaack dat ‘blinkend water’ betekent,
- Het Middelnederlandse blec dat zoiets betekent als ‘Land dat boven het water uitkomt’.
- Het Zuid-Nederlandse blak, dat ‘stil rustig water’ betekent.
- Het blakeren van de scheepshuid, de buitenbekleding van de scheepsromp. Dit werd gedaan door het hout te branden met riet, om zo te voorkomen dat houtwormen het schip aantasten.
Dat de naam ‘Blaak’ dus iets met water of schepen te maken heeft, lijkt duidelijk. Al weet niemand precies waar de naam echt vandaan komt.
Gedempt met puin
In 1867 werd Blaak al deels gedempt om een nieuw postkantoor te bouwen. Het water dat er nog lag werd vanaf mei 1940 gedempt met puin van gebombardeerde huizen, winkels, kantoren en kerken die in de binnenstad stonden. Toen werd het langzaam maar zeker de brede straat die we nu kennen.
De Puntegaalstraat
Of beter gezegd: de Pluk-me-kaal-straat, zoals de meeste Rotterdammers hem kennen. Aan deze straat staat namelijk het oude hoofdkantoor van de Belastingdienst.
Van Punta Galla naar Punte Gale
Waar de naam vandaan komt is niet helemaal zeker. Wat we wel zeker weten is dat er op die plek in 1749 een herberg stond met de naam Punte Gale. Deze zou op zijn beurt weer vernoemd zijn naar de havenstad Punta Galla in Ceylon (nu Sri Lanka), waar een fort van de VOC stond. Er werden in die tijd vaker café’s en herbergen naar verre handelsposten vernoemd. Slim, want zo wisten zeelui de kroeg ongetwijfeld te vinden.
Pontegat
De echte herkomst van de naam ‘Punte Gale’ is wellicht minder avontuurlijk. Op oude kaarten is namelijk te zien dat er op deze plek een pont naar Katendrecht was. Het haventje waar de pont aanlegde heette Pontegat. Dit is in de loop der eeuwen verbasterd tot Puntegaal.
Belastingdienst
Tussen Coolhaven en Parkhaven werden begin jaren 30 sluizen gemaakt: de Parksluizen. Tussen de sluizen ontstond zo een nieuwe straat, van maar 150 meter lang. De gemeente noemde de straat in 1933 Puntegaalstraat.
Het voormalige kantoor van de Belastingdienst werd aan deze nieuwe straat gebouwd in 1938. Tijdens de oorlog lag de bouw stil, maar na de oorlog werd het gebouw snel in gebruik genomen. Tot de Belastingdienst verhuisde naar de nieuwbouw op de Kop van Zuid in 1996. Het kantoor werd verbouwd, en in 1998 werden er 200 appartementen en tientallen bedrijfsruimten in opgeleverd. Het gebouw is een rijksmonument sinds 2002.
De Oude Binnenweg is niet oud
Een binnenweg is niets anders dan een landweg, of doorsteek van de ene naar de andere plaats. Al in 1454 liep door de Coolpolder zo’n binnenweg, van Rotterdam naar Schoonderloo. Dit was een dorpje tussen Delfshaven en Rotterdam. De weg hiernaartoe werd Coolsche Weg of gewoon Binnenweg genoemd. Na Schoonderloo liep de weg door tot Delfshaven. Door de jaren heen verschenen er meer huizen en winkels aan deze weg, die dus helemaal van de Mauritsstraat (de grens van het centrum) naar Delfshaven liep. Vanaf 1706 werd de Binnenweg bestraat en werden er bomen geplant.
Oud en Nieuw
De termen Oude en Nieuwe Binnenweg werden pas gebruikt vanaf 1876, toen een nieuwe verkeersweg werd aangelegd naar Delfshaven. De Oude Binnenweg liep nu van de Mauritsstraat tot de Josephstraat (Oude Westen). Vanaf dit punt werd een verbeterde, bredere weg aangelegd op de Binnenweg. Deze werd nu Nieuwe Binnenweg genoemd. In 1888 werd de Nieuwe Binnenweg doorgetrokken tot de Westersingel. In 1894 verdween de toevoeging ‘oude’ helemaal en heette de winkelstraat gewoon weer Binnenweg.
Tot 1977, toen de naam Oude Binnenweg in ere werd hersteld. Nu van de Karel Doormanstraat tot de Westersingel. Het gedeelte tussen Karel Doormanstraat en Coolsingel heet sinds 1971 officieel Binnenwegplein.
De Diergaardesingel ligt midden in de stad, en niet in Blijdorp. Niet bepaald in de buurt van de Diergaarde dus. Hoe komt dat?
Dat antwoord is eigenlijk vrij simpel: de Diergaardesingel in Rotterdam dankt zijn naam aan de oude locatie van de Diergaarde. Tot 1940 lag de dierentuin namelijk midden in de stad, op de plek van de huidige singel.
Rotterdamsche Diergaarde
In 1856 huurden de heren van den Bergh en van der Valk een tuintje in de Rotterdamse binnenstad voor hun verzameling exotische vogels. Dit groeide uiteindelijk uit tot de oprichting van De Rotterdamsche Diergaarde in 1857. De straat waar de ingang van de Diergaarde stond heette de Papegaaienlaan. Deze straatnaam bestaat (helaas) niet meer.
In 1937, toen de Diergaarde 80 jaar oud was, besloot het gemeentebestuur dat de dierentuin uit het stadscentrum moest wijken – er moesten namelijk meer woningen in het centrum komen. De dierentuin was in de tussentijd behoorlijk gegroeid, met onder andere een groot apenhuis, roofdierengebouw en reptielenhuis. In 1940 verhuisde de dierentuin naar de nieuwe wijk Blijdorp.
Je vindt op de Diergaardesingel nog een verwijzing naar de oude locatie: het kunstwerk van Maarten Wendrich, een giraffe met een man om zijn nek.
Een kade ligt doorgaans aan het water. Maar deze kade loopt midden door de stad, zonder water in de buurt. Maar lang geleden lag er een wel degelijk een kade langs de Delfshavense Schie. Deze werd doorgeghraven oude ka genoemd. De kade moet ouder zijn dan 1389, het jaar waarin toestemming werd gegeven om deze Schie te graven.
Eerst een voetpad...
In 1401 werd de straat de Ka tot Rotterdam in Cool genoemd. De oudste kaart waarop de Kruiskade voorkomt, komt uit 1540. Maar de Kruiskade kwam al in 1506 onder deze naam voor. Dit komt waarschijnlijk door de Cruyskamp, een stuk land dat vanaf het einde van de 15e tot in de 18e eeuw in Beukelsdijk (in het ambacht van Cool) lag. Het was toen nog maar een voetpad.
....en toen een Schelpweg
Dit pad werd in de eerste helft van de 19e eeuw door de Rotterdamsche Werkvereeniging verbreed en tot een schelpweg gemaakt. In 1853 werd de weg door de stad overgenomen en bestraat. Naast de Kruiskade en West-Kruiskade is er ook een Kruisstraat en Kruisplein.
Misschien wel de bekendste straat van de stad is geen straat maar een singel: de Coolsingel. En die naam gaat al eeuwen terug. Het ambacht Cool komt namelijk al voor rond 1280. Een ambacht, ook wel eens heerlijkheid genoemd, was in de middeleeuwen een bestuurseenheid (of ambtsgebied).
Polder
Naast het ambacht was er ook nog de polder Cool. Deze lag tussen de Rotterdamse en Delfshavense Schie. Een gedeelte van het grondgebied van Cool was al in 1358 bij de stad getrokken. Dit was een vergunning van hertog Aelbrecht van Beieren. Hij liet grachten om de stad graven en vergrootte het stadsgebied met het Rodezand in het ambacht Cool. De Coolvest was voortaan de scheiding tussen stad en ambacht.
Singel
In 1480 is er al sprake van de singel tegenover de vest. Deze werd later Coolsingel genoemd. De singel is in verband met de aanleg van een verkeersweg tussen 1913 en 1922 helemaal gedempt. De naam Coolvest is daardoor verdwenen. En de Coolsingel met het statige stadhuis (1920), postkantoor (1922), winkels, theaters en hotels, was een feit.
Een lijnbaan is een andere naam voor een touwslagerij. Dit was een langgerekt stuk land waar touw voor schepen gemaakt werd.
De koopman Jean Hennequin vroeg op 23 augustus 1666 aan het stadsbestuur om een overdekte lijnbaan te maken, waar het hele jaar doorgewerkt kon worden. Op 14 maart 1667 kreeg hij een stuk land toegewezen. Dat lange stuk land liep van de Binnenweg tot de Kruiskade. De huidige winkelstraat ligt ongeveer op dezelfde plek.
En Jean leeft ook nog altijd voort in hartje Rotterdam: het straatje achter de Bijenkorf heet Hennekijnstraat.
Zwaanshals
Het Zwaanshals is nu vooral een populaire straat in het Oude Noorden om te winkelen bij een van de vele Rotterdamse ondernemers. Om lekker te eten bij een lokaal eettentje, of om neer te ploffen in een van de café's of koffiebars. Het Zwaanshals is vooral uniek omdat je hier geen grote (internationale) ketens vindt. Maar de straat, en het daarnaar vernoemde Zwaanshalskwartier, is een stuk ouder dan je denkt.
Swaenshals wordt hier namelijk al in 1593 vermeld. Dit was zowel de naam van een huis als van de buurt waar het huis stond. In 1643 staat in deze straat De Witte Gecroonde Swaen. En iets later, in 1667, is er een gebouw genaamd ‘daer uythangt het Swaenshals’ aan de Rottekade. Dit is volgens bronnen hetzelfde huis als dat uit 1593.
Bocht in de Rotte
Maar waarom al die namen met zwanen? Dit komt waarschijnlijk door de bocht die de Rotte hier maakt. Deze heeft namelijk de vorm van de hals van een zwaan.