Insecten
Insecten zijn onmisbaar. We zijn afhankelijk van insecten om onze gewassen te bevruchten.
Door grootschalige landbouw, gebruik van chemische middelen in de tuin en gebrek aan bloeiende planten hebben insecten het moeilijk.
Zo helpt u de insecten
- Plant of zaai planten waar bijen, hommels, zweefvliegen en vlinders van eten en in nestelen, zoals enkelvoudige bloemen of planten met bloemschermen. Bijvoorbeeld lavendel, vlinderstruik, heide of allium.
- Haal een tegel uit uw tuin en plant er groen. Of leg een geveltuin aan.
- Gebruik geen gif in de tuin en op het balkon.
- Plaats een insectenhotel.
- Maak rommelhoekjes van stenen en/of takken, als schuil- of nestelplaats.
- Laat in het najaar blad in de tuin liggen, dat is voeding voor het bodemleven.
Waarom hebben we insecten nodig?
Fruit en andere vruchten groeien alleen als eerst de bijen, hommels of zweefvliegen de bloemen van de gewassen bevruchten. Zonder insecten hebben we geen vruchten meer.
Insecten zijn onmisbaar in ons ecosysteem. Ze hebben een belangrijke taak in de natuurlijke kringloop.
Lieveheersbeestjes eten bladluizen. Spinnen vangen muggen en vliegen. Spinnen en rupsen zijn voedsel voor vogels.
Zo zorgt de kringloop voor een natuurlijk evenwicht.
Geen chemische middelen gebruiken
Middelen tegen onkruid en insecten worden ook wel gewasbeschermingsmiddelen genoemd. Maar ze doden niet alleen het beestje of onkruid op de plek waar het gespoten wordt.
De schadelijke stoffen komen overal terecht via de lucht of het water. En ook in ons drinkwater.
Zo gaat het ecosysteem kapot.
Gebruik daarom alleen natuurlijke producten of beter nog: laat de natuur zijn gang gaan.
Minder maaien
In het voorjaar maait de gemeente het gras minder vaak.
Zo kunnen langzaam andere plantensoorten groeien waar bijvoorbeeld bijen en vlinders op af komen.