Mercator
Met het programma Mercator ontwikkelt Rotterdam een nieuwe manier van het registreren van objecten boven én onder de grond: de Integrale Bronregistratie Objecten (IBRO). Denk aan gebouwen, bruggen, speeltoestellen, spoorlijnen en wegen. En dus ook aan tunnels, parkeergarages, of de locatie van bomen.
Programmaplan Mercator 2025
- Digitale Overheid – Stelsel van basisregistraties. Link opent een externe pagina
- IBDS – Federatief Datastelsel. Link opent een externe pagina
- Zicht op Nederland (ZoN) - Datafundament. Link opent een externe pagina
- Geonovum. Link opent een externe pagina
- VNG - Samenhangende objectenregistratie. Link opent een externe pagina
- Gemeentelijk Geo-Beraad – BAM!. Link opent een externe pagina
Vraag en antwoord
Het eindresultaat van Mercator is een gebruiksklaar prototype van de Integrale Bronregistratie Objecten (IBRO). De IBRO is een geheel nieuw systeem voor bronregistratie. Het is geen doorontwikkeling van de huidige registratiesystemen. De IBRO werkt daardoor naast de bestaande registratiesystemen, zoals BAG, BGT, WOZ en voor een deel ook BOR. Het prototype wordt zo ontworpen dat het makkelijk is aan te passen door zowel grotere als kleinere gemeentes.
In de IBRO staat de registratie van objecten centraal. Het systeem richt zich op het nauwkeurig en volledig vastleggen van gegevens, met aandacht voor actualiteit en betrouwbaarheid.
- De IBRO past binnen de landelijke visie op het Geofundament. Link opent een externe pagina van het ministerie van VRO. Binnen het Geofundament zijn afspraken gemaakt over hoe alle ruimtelijke informatie te verzamelen, registreren en gebruiken. Zodat iedereen die met ruimtelijke informatie werkt, dit op dezelfde manier kan doen.
- Het ontwerp van de IBRO is gebaseerd op de principes van Common Ground. Link opent een externe pagina. Deze principes worden steeds vaker gebruikt door gemeentes bij het ontwikkelen van ICT-oplossingen. Bij deze methode is de database met gegevens losgekoppeld van de applicatie waarmee deze gegevens worden beheerd. Dit maakt het makkelijker de data op verschillende manieren, en met verschillende systemen te gebruiken. En het is makkelijker om over te gaan op een nieuw of ander systeem. De data blijft immers in de database en hoeft niet te worden overgezet.
- Sinds 2003 zijn er 12 eisen. Link opent een externe pagina waaraan registratiesystemen moeten voldoen om een basisregistratie te kunnen zijn. Bij de ontwikkeling zorgen we dat de IBRO zoveel mogelijk voldoet aan die 12 eisen.
- Daar waar het mogelijk en nuttig is kunnen we vanuit de IBRO objecten, zoals gebouwen, in 3D opbouwen en laten zien.
- Het heeft de voorkeur om voor sommige onderdelen van de IBRO een open source oplossing te gebruiken.
Bij de ontwikkeling van de IBRO zijn diverse partijen betrokken:
- Alle gemeenten en samenwerkingsverbanden die verantwoordelijk zijn voor BAG, BGT en WOZ.
- De landelijke beheerders van de voorzieningen BAG, BGT en WOZ.
- Overheidsinstanties die objectinformatie gebruiken in hun primaire processen en ruimtelijke data-analyses.
Binnen het programma Mercator:
- zetten we een proeftuin op om de opzet, inrichting en overgang naar de IBRO te testen.
- pakken we bestaande knelpunten in de huidige objectgerichte basisregistraties aan.
- ontwikkelen we een nieuw informatiemodel en standaarden voor gegevensuitwisseling.
- leiden we medewerkers op om de IBRO te kunnen gebruiken.
- Stellen we een juridisch kader op dat de werking van de IBRO ondersteunt.
De ontwikkeling van de IBRO bestaat uit twee fases. In de eerste fase wordt de IBRO opgebouwd. In deze fase kijken we welke informatie nodig is om de IBRO zo goed mogelijk te laten werken en te ontwikkelen. Aan het einde van de eerste fase is er een prototype van de IBRO dat werkt en kan worden aangepast aan de grootte en behoeftes van een gemeente.
In fase twee geeft de IBRO wijzigingen door aan de bestaande landelijke voorzieningen van de BAG, WOZ en BGT. Op deze manier wordt de nieuwe Integrale Bronregistratie Objecten geleidelijk geïntegreerd in de bestaande structuren van basisregistraties.
In de IBRO worden objectgegevens slechts één keer vastgelegd. Alleen wijzigingen in de al vastgelegde gegevens worden vanuit de IBRO doorgegeven aan landelijke voorzieningen. Zo voorkomen we dubbele opslag. Deze werkwijze binnen de IBRO is nieuw en vervangt de huidige methoden zoals gebruikt in BAG, WOZ en BGT. Waarin data vaak wel dubbel wordt opgeslagen.
Met de komst van de IBRO ontstaan nieuwe rollen, zoals:
- Objectregistrator: zorgt voor de dagelijkse verwerking van gegevens in de objectenregistratie (IBRO).
- Kwaliteitscoördinator: controleert de kwaliteit van de gegevens en lost eventuele problemen op.
- Objectregisseur: houdt toezicht op het behalen van wettelijke termijnen en kwaliteitseisen.
Voor deze nieuwe functies en rollen zijn ook nieuwe specifieke opleidingen nodig. Uiteraard met een certificaat.
Bij het ontwikkelen van de IBRO gebruiken we een open-source benadering. Leveranciers worden hier actief bij betrokken. En leveranciers werken ook mee aan het ontwikkelen en testen van prototypes.
We doen aanbestedingen voor ‘het automatiseren van mutatieprocessen’, ‘het vertalen van de output van de IBRO naar landelijke voorzieningen’ en voor ‘het ontwikkelen van een userinterface’.
Voordat we starten met het ontwikkelen van de IBRO wegen we de kosten en baten goed af in een uitgebreide businesscase. Het ontwikkelen van de IBRO gaat alleen door als uit dat onderzoek blijkt dat de IBRO duidelijke voordelen heeft ten opzichte van de bestaande registratieprocessen.
Momenteel worden de vele gegevens van een object verzameld en bijgehouden in een aantal verschillende systemen, zoals de BAG, BGT, WOZ en BOR. Deze systemen staan los van elkaar. Dat is verwarrend en zorgt soms voor fouten. En het is ook duurder en kost extra werk.
De IBRO bundelt het registreren, verzamelen en gebruiken van gegevens zoals van de BAG, BGT, WOZ en BOR in een systeem. Vandaar ook de naam: De Integrale Bronregistratie Objecten (IBRO). Dit zorgt voor een betere kwaliteit van de data en geeft meer inzicht in de gegevens. De IBRO werkt naast de huidige bestaande systemen zoals BAG, BGT, WOZ en BOR.
De gemeentes zijn de enige bronhouders van de IBRO.En zijn (eind)verantwoordelijk voor het beheer en de kwaliteit van de gegevens over objecten binnen de eigen gemeentegrenzen. Waterschappen, Rijkswaterstaat en andere partijen leveren gegevens aan de gemeente. De gemeente verwerkt en beheert zelf de gegevens binnen de IBRO.
Het kunnen gebruiken van de IBRO hangt samen met nieuwe wetgeving. Pas als die is ingevoerd, kan de IBRO worden gebruikt. Maar ook voordat het zover is, kunnen gemeenten al profiteren van interne verbeteringen en een efficiëntere manier van registeren.