Bijstandsuitkering
Als u niet genoeg geld heeft om van te leven, dan kunt u een bijstandsuitkering bij de gemeente aanvragen. Met deze uitkering betaalt u noodzakelijke kosten zoals huur, boodschappen, kleren, schoenen en een ziektekostenverzekering.
Algemeen
U kunt een bijstandsuitkering aanvragen bij de gemeente als deze voorwaarden voor u gelden:
- U woont rechtmatig in Nederland.
- U bent 18 jaar of ouder maar ontvangt nog geen AOW.
- U heeft niet genoeg inkomen of eigen vermogen en u kunt geen beroep doen op een andere voorziening of uitkering.
- U zit niet in de gevangenis of een huis van bewaring.
Bent u tussen de 18 en 27 jaar en wilt u een bijstandsuitkering aanvragen? Meld u dan aan bij het Jongerenloket.
Aanvraag uitkering
Uw aanvraag doet u digitaal. Bij de aanvraag gebruikt u uw DigiD. Link opent een externe pagina.
Na het invullen van een aantal vragen krijgt u een advies en of u mogelijk recht heeft op een uitkering. Als u dat wilt kunt u daarna een uitkering aanvragen.
Na de aanvraag vragen we u om een aantal vragenlijsten in te vullen. We sturen de vragenlijsten per e-mail naar u op. Het is belangrijk dat u deze vragenlijsten helemaal invult. Zo kunnen wij u beter helpen.
Voor ZZP’ers
Bent u zzp’er en wilt u een uitkering aanvragen dan kan dat via Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ).
Als u geen digitale aanvraag kunt doen
Als u geen DigiD of computer of laptop heeft, dan kunt u op één van onze locaties een uitkering aanvragen.
Daar zijn medewerkers die u kunnen helpen.
Heeft u meer hulp nodig, dan maakt de medewerker een afspraak met u.
En maken we meer tijd om u bij uw aanvraag te helpen.
Kijk op de pagina Contact werk en inkomen voor de adressen en openingstijden van onze locaties.
U kunt ook 14 010 bellen, dan wordt u teruggebeld voor een afspraak.
Wat gebeurt er als u uw aanvraag heeft gedaan?
Een aantal dagen na uw aanvraag neemt een inkomensconsulent telefonisch contact met u op. Deze inkomensconsulent is uw eerste aanspreekpunt.
De inkomensconsulent neemt de aanvraag met u door. Als u nog meer informatie moet opsturen dan worden hier afspraken over gemaakt. De inkomensconsulent vertelt u wat u kunt verwachten tot het besluit op de aanvraag.
We kunnen u na uw aanvraag ook uitnodigen voor een gesprek met een werkcoach voor een werkintake. Tijdens het gesprek bespreken we hoe het met u gaat en welke ondersteuning u nodig heeft. Bijvoorbeeld bij het oplossen van schulden of wegwerken van een taalachterstand.
Hoogte bijstandsuitkering
De hoogte van uw uitkering hangt af van verschillende dingen.
Op de pagina hoogte bijstandsuitkering leest u wat van invloed kan zijn op de hoogte van uw uitkering, de bijstandsnorm en de hoogte van het vakantiegeld.
Wilt u meer weten over de hoogte van de persoonlijke toelage? Neem dan contact op met uw contactpersoon van Werk en Inkomen of Participatie & Stedelijke Zorg.
Van invloed op de hoogte
Ontvangt u een bijstandsuitkering en woont u samen met anderen van 21 jaar of ouder in één huis? Dan kan voor u de kostendelersnorm gelden. Ook als u een IOAW- of een IOAZ-uitkering heeft. Het aantal mensen waarmee u in een huis woont, bepaalt de hoogte van uw bijstandsuitkering.
Als u een bijstandsuitkering aanvraagt, kijkt de gemeente naar uw vermogen. U mag niet te veel eigen bezit hebben, want bezit telt mee als vermogen.
Woont u samen met uw echtgenoot of deelt u huishoudkosten met iemand? Dan telt het inkomen en het vermogen van deze persoon ook mee. Het vermogen van thuiswonende kinderen jonger dan 18 jaar telt ook mee.
Voorbeelden van vermogen zijn:
- contant geld en geld op uw spaar- en bankrekeningen
- contant geld of geld op de bank- en spaarrekeningen van uw inwonende kinderen jonger dan 18 jaar
- huis, bedrijf of grond in het buitenland
- woonboot of caravan
- onverdeelde boedel
- levensverzekering
- aandelen
- antiek
- auto of ander motorvoertuig boven de € 2.500
- sieraden en waardevolle verzamelingen.
De normale spullen die bijna alle mensen in huis hebben, horen niet bij het vermogen. Bijvoorbeeld een wasmachine of televisie. Ook bezittingen die dringend nodig zijn (bijvoorbeeld een aan uw handicap aangepaste auto) horen niet bij het vermogen.
Vrij te laten vermogen
U mag vermogen hebben tot een bepaald bedrag. Dit heet 'vrij te laten vermogen'.
Als u schulden hebt, trekt de gemeente die van uw vermogen af.
De maximale waarde van dit vermogen is per 1 januari 2024:
- voor gezinnen en alleenstaande ouders: € 15.150
- voor alleenstaanden: € 7.575
- maximale vrijlating waarde eigen woning: € 63.900
Heeft u meer vermogen? Dan mag u dit extra vermogen niet te snel opmaken en alleen gebruiken voor noodzakelijke uitgaven. U mag per maand maximaal 1,5 keer de voor u geldende bijstandsnorm uitgeven.
Uitvaartkosten
Heeft u voor toekomstige begrafenis- of crematiekosten een bijzondere regeling getroffen? Dan gelden andere (extra) vrijlatingen:
- Gezinnen en alleenstaande ouders mogen maximaal € 8.600 apart zetten voor uitvaartkosten.
- Een alleenstaande mag maximaal € 4.300 apart zetten voor uitvaartkosten.
Let op! Het geld moet staan op een geblokkeerde bank-, spaar-, deposito- of andere rekening. Deze bedragen zijn lager als u ook verzekerd bent voor de uitvaartkosten.
Een eigen woning of woonboot ziet de gemeente als een onderdeel van uw vermogen.
De gemeente controleert hoeveel vermogen er in uw woning zit en kijkt naar de overwaarde van uw woning.
Dit is de huidige waarde van uw woning min de nog niet afgeloste hypotheek.
Waar u aan moet voldoen, hangt af van de overwaarde van uw woning: hoger of lager dan € 63.900 (in 2024).
De gemeente bepaalt of u de uitkering als lening krijgt (krediethypotheek) of als een geldbedrag dat u niet hoeft terug te betalen.
Het kan zijn dat u een deel van de overwaarde van uw woning moet gebruiken om van te leven. Maar u hoeft uw huis nooit helemaal 'op te eten'.
Een belangrijke voorwaarde is dat u de woning of woonboot zélf bewoont en niet heeft verhuurd.
Verhuur van de woning of woonboot betekent dat u deze ook kunt verkopen en van de opbrengt een bepaalde periode kunt leven.
Krediethypotheek
Wanneer u de woning of woonboot zelf bewoont, bekijkt de gemeente of u een krediethypotheek kunt krijgen. De bijstandsuitkering wordt dan als lening gegeven in de vorm van een krediethypotheek. Een krediethypotheek is een hypotheek die de gemeente op uw woning neemt. Dit gebeurt alleen als er sprake is van overwaarde. U heeft overwaarde als uw woning meer waard is dan het bedrag dat u nog als hypotheekschuld moet terugbetalen.
De gemeente stelt de overwaarde vast aan de hand van de meest recente WOZ-waarde.
Daarna wordt van de vastgestelde WOZ-waarde een aantal bedragen afgetrokken:
- Het bedrag van uw hypotheek dat nog niet is afgelost onder aftrek van de opgebouwde contante waarde van een aan uw hypotheek verbonden levens- overlijdensrisico-of beleggingsverzekering. Het gaat hierbij om de hypotheek, die u bij een bank afgesloten heeft voor het kunnen kopen van uw woning.
- Een vrij te laten bedrag. Voor het jaar 2024 vastgesteld op € 63.900.
Het bedrag dat na deze berekening overblijft, ziet de gemeente als restoverwaarde op uw woning. Voor de restoverwaarde moet u uw medewerking verlenen tot het ondertekenen van de akte krediethypotheek. Van de gemeente ontvangt u een uitkering in de vorm van een geldlening, totdat het bedrag van de restwaarde is bereikt. Mocht u na het bereiken van de restwaarde nog recht op bijstand hebben dan gaat u deze om niet (gift) ontvangen.
Als inkomen telt mee:
- al uw inkomsten uit werk, uw bedrijf of andere uitkeringen
- alimentatie voor u of uw kinderen
- sommige heffingskortingen van de Belastingdienst
- studiefinanciering
- giften.
Meer financiële hulp mogelijk
Heeft u een bijstandsuitkering? Dan mag u per jaar maximaal 1.200 euro aan giften en kostenvoordelen ontvangen van anderen.
Op de pagina Wijzigingen doorgeven leest u hierover meer.
De gemeente bekijkt bij uw aanvraag of u recht heeft op een andere voorziening of uitkering. Als u aanspraak kunt maken op een andere voorziening of uitkering dan kan dit betekenen dat u geen recht op een bijstandsuitkering hebt. Of dat u een lagere bijstandsuitkering krijgt.
Uw uitkering van de gemeente loopt door tot u de AOW-leeftijd bereikt. Dit geldt voor de bijstandsuitkering, de IOAW-uitkering, de IOAZ-uitkering en de bijstandsuitkering voor zelfstandigen (Bbz).
U kunt gebruikmaken van de persoonlijke toelage als alle volgende 4 punten voor u gelden:
- u bent of wordt inwoner van de gemeente Rotterdam.
- u verblijft langer dan 3 maanden in een zorginstelling of verpleeginrichting in Rotterdam.
- uw inkomen is lager dan het minimum inkomen.
- uw vermogen is lager dan de vermogensgrens.
Voor de aanvraag zijn een aantal gegevens nodig:
- geldig identiteitsbewijs. Een rijbewijs mag niet.
- bewijs dat u in een zorginstelling of verpleeginrichting verblijft.
- bankafschriften van de laatste 3 maanden.
- vermogensgegevens en inkomensgegevens.
- ziektekostenpolis.
- machtiging aanvraag uitkering. Link opent een externe pagina (alleen als iemand anders voor u de aanvraag doet).
Is de persoonlijke toelage niet voldoende om uw vaste lasten door te betalen? Neem dan contact op met uw contactpersoon van Werk en Inkomen of Participatie & Stedelijke Zorg.
Wet taaleis
Het is makkelijker werk te vinden als u de Nederlandse taal goed begrijpt.
De gemeente verwacht daarom dat u aan de Wet taaleis voldoet.
Dit betekent dat werkzoekenden het Nederlands beheersen op het niveau van groep 8 van de basisschool (het 1F of A2 niveau). U beheerst de Nederlandse taal op dit niveau als u een opleiding in Nederland heeft gevolgd, die is gegeven in het Nederlands en u dit kunt aantonen. Als u dit niet kunt aantonen, nodigt de gemeente u uit voor een taaltoets. Op de pagina Taaleis bijstand leest u meer informatie.
Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op.