Ga naar de hoofdinhoud

Leestijd: 13 min

Meeuwen

Meeuwen zijn kustvogels die veel voorkomen in onze stad. In het havengebied bevinden zich van een aantal soorten de grootste kolonies van Europa. Het zijn beschermde dieren vanuit de Wet natuurbescherming en Europese Vogelrichtlijn.

Kleine Mantelmeeuwen broeden steeds vaker in de stad, op daken. Vooral in de broedperiode (eind augustus tot en met maart) kan dat overlast veroorzaken. Door de beschermde status is het lastig om overlast goed tegen te gaan. Als bewoner kunt u wel zelf iets doen aan meeuwenoverlast. U vindt hieronder een aantal tips.

Broeden in de stad

Het aantal broedende meeuwen in steden wordt groter. Vroeger broedden meeuwen vooral langs de kust. Nu maken zij hun nest steeds vaker in havens, industriegebieden en op daken in de stad. Meeuwen komen ieder voorjaar terug naar hun geboorteplek. Omdat ze flinke afstanden afleggen, eten ze vaak op andere plekken dan waar ze broeden.

Omdat meeuwen beschermd zijn, is het verboden om de eieren van meeuwen te rapen, ze uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. U mag ook geen meeuwennesten verwijderen of de meeuwen met opzet verontrusten.

Onderzoek naar overlast broedende meeuwen

In delen van Schiebroek en het Centrum is er de afgelopen jaren overlast door broedende meeuwen ontstaan. Ook vanuit Prins Alexander ontvangen we de eerste signalen over broedende meeuwen.

Gemeente Rotterdam onderzoekt samen met andere gemeenten of een ontheffing van de provincie voor nestbeheer mogelijk is. Dat vraagt om een goede onderbouwing van het aantal klachten en het aantal nesten. Daarom hebben we in Schiebroek en het Centrum in 2020 en 2021 enquêtes afgenomen via de Gemeentepeiler. De resultaten worden gebruikt voor de onderbouwing ten behoeve van een ontheffing.

Het onderzoek voor Schiebroek vond plaats tijdens het broedseizoen van 2020. De respondenten waren bewoners in het gebied, begrensd door de Wilgenplaslaan, Meidoornsingel, Donkersingel en Wilgenlei die zich aanmeldden. De informatie die wij hiermee verzamelden levert een belangrijke bijdrage aan het proces om een eventuele ontheffing voor nestbeheer te verkrijgen. Lees hieronder een uitgebreid verslag over de uitslag van de peiling. Met een samenvatting van de meest gegeven antwoorden.

Data van de peilingen

  • Meting 1: 3 april – 16 april
  • Meting 2: 17 april – 30 april
  • Meting 3: 1 mei – 14 mei
  • Meting 4: 15 mei – 28 mei
  • Meting 5: 29 mei – 11 juni
  • Meting 6: 12 juni – 25 juni
  • Meting 7: 26 juni – 9 juli
  • Meting 8: 10 juli – 23 juli
  • Meting 9: 24 juli – 6 augustus
  • Meting 10: 7 augustus – 20 augustus

Statistieken

De respons op de peilingen bleef opmerkelijk constant. Op basis van eerdere ervaringen kon verwacht worden dat de respons wat zou teruglopen, maar dat was hier niet het geval. Het aantal app-gebruikers was bij aanvang 19. Dat aantal groeide gaandeweg tot 62, hoewel het aantal respondenten per keer gemiddeld ronde de 30 lag.

Hieronder volgt per vraag een overzicht van de resultaten en kort commentaar.

Vraag 1

Heeft u de afgelopen twee weken overlast ervaren door de aanwezigheid van meeuwen in uw directe woonomgeving?

  1. Ja
  2. Nee

Vraag 2

Welke soort(en) overlast heeft u ervaren? (Meerdere antwoorden mogelijk)

  • a. Geluidsoverlast
  • b. Vervuiling
  • c. (Schijn)aanvallen
  • d. Pikken van voedsel

Geluidsoverlast en vervuiling worden het meest genoemd. Het pikken van voedsel wordt ook constant genoemd door 22 procent tot 35 procent van de mensen. Uitzondering was de 5e meting: 16 procent. Schijnaanvallen laten een wisselend beeld zien. Meting 7 scoorde het meest: 39 procent.
Het ging in dat geval om 12 respondenten.

Vraag 3

Heeft u andere vormen van overlast ervaren, die niet in de vorige vraag werden genoemd? U kunt deze hier aangeven (open vraag)

Bij elke meting hebben mensen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om deze vraag in te vullen.
Voorbeelden van wat bewoners noemden, per categoriën:

  • a. Geluidsoverlast: de meeuwen schreeuwen (vaker en langer)
  • b. Vervuiling: last van de poep én last door zwerfafval en verkeerd aangeboden afval; ook noemen mensen de vervuiling door ganzen
  • c. (Schijn)aanvallen: ook andere vormen van agressie worden genoemd, zoals vechten tussen de meeuwen onderling en agressie naar huisdieren toe
  • d. Pikken van voedsel: dit laten ze bovendien vallen uit de lucht

Samenvattend zijn het klachten over afval, vervuiling door meeuwenpoep, agressie van de meeuwen (onderling) en vernieling.

Vraag 4

Als u geluidsoverlast heeft ervaren, kunt u dan aangeven op welke momenten? (Meerdere antwoorden mogelijk)

  • a. 6.00-9.00 uur
  • b. 9.00-12.00 uur
  • c. 12.00-15.00 uur
  • d. 15.00-18.00 uur
  • e. 18.00-21.00 uur
  • f. 21.00-24.00 uur
  • g. 24.00-03.00 uur
  • h. 03.00-06.00 uur
  • i. Ik heb geen geluidsoverlast ervaren

De conclusie: er is een algemeen beeld, namelijk de overlast doet zich voortdurend voor. Er is een piek van ervaren overlast te zien tussen 6 uur en 9 uur in de ochtend en tussen 3 uur ’s middags en 12 uur ’s avonds. Het is goed mogelijk dat dit samenhangt met de tijdstippen waarop de meeste mensen thuis zijn.

Vraag 5

Als u overlast door vervuiling hebt ervaren, kunt u aangeven welke overlast dit voornamelijk is?

  • a. Vervuiling door uitwerpselen op privé spullen (bijvoorbeeld auto, zonnescherm, balkon)
  • b. Vervuiling door uitwerpselen op uzelf/partner/kind
  • c. Vervuiling op straat (bijvoorbeeld voedselresten uit vuilniszakken die meeuwen open maakten)
  • d. Ik heb geen overlast door vervuiling ervaren

Ook in de eerste meting werd vervuiling door uitwerpselen het meest genoemd. Deze eerste meting is uit de grafiek gelaten, daar is een fout in geslopen (men kon meerdere antwoordopties invullen, in plaats van één).

Vraag 6

Als u last hebt gehad van (schijn) aanvallen, kunt u aangeven hoe vaak ongeveer in de afgelopen twee weken?

  • a. 1 à 2 keer
  • b. 3 à 5 keer
  • c. 6 à 9 keer
  • d. 10 keer of meer
  • e. Ik heb geen last gehad van schijnaanvallen

Het aantal personen dat last had van schijnaanvallen is vrij laag. De percentages van respondenten die géén last hadden zijn in de grafiek hieronder te zien met de donkerblauwe staafjes.

Om deze percentages in perspectief te plaatsen: het gaat om aantallen tussen de vier en dertien personen die aangaven last te hebben (gehad) van schijnaanvallen. Te zien is dat in mei en begin juni (metingen 4 en 5) het minst aantal mensen aangaven last te hebben.

Vraag 7

Als u last hebt gehad van (schijn) aanvallen, liep u lichamelijk letsel op?

  • a. Ja
  • b. Nee

Alleen in de vierde meting gaf één persoon aan letsel te hebben opgelopen. Er werd geen toelichting gegeven. Van vraag 8 is dan ook geen gebruik gemaakt.

Vraag 8

Als u wilt, kunt u hier toelichten wat voor type letsel dit was (open vraag). Hier zijn geen toelichtingen op ontvangen.

Vraag 9

Als u hebt aangegeven overlast te hebben ervaren door het pikken van voedsel, kunt u dan aangeven waar en wanneer dat was? Als u hiervan geen overlast hebt ervaren vult u 'niet van toepassing' in (open vraag).

Deze vraag is bedoeld om inzicht te krijgen in tijden en plekken in de buurt. Genoemd werden Teldersweg en Kemperweg, bij vuilcontainers en afvalbakken. Met daarbij de opmerking dat het óók een probleem is van mensen zelf: verkeerd aanbieden huisvuil. Dit punt wordt meerdere malen aangegeven. Ook de beperking die men ondervindt: het niet in de tuin of balkon kunnen eten.

Bij latere metingen werden ook Donkersingel en opnieuw Kemperweg genoemd en hoek Wilgenlei en Teldersweg en de 'winkelstraat'.

Vraag 10

Hebben u of uw kinderen/huisgenoten/partner de afgelopen twee weken lichamelijke of psychische klachten door de overlast ervaren? Zo ja, welke klachten zijn dat vooral?

  • a. Nee, geen lichamelijke of psychische klachten
  • b. Verstoorde slaap (’s nachts)
  • c. Verstoorde slaap (overdag)
  • d. Angstgevoelens
  • e. Gevoel van geprikkeldheid
  • f, Concentratieproblemen

Omdat een grafiek van het totaalbeeld wat onoverzichtelijk is, staat hieronder een splitsing van de resultaten

Wat betreft de andere ervaren klachten: meest genoemd vanaf meting 3 werden gevoelens van geprikkeldheid. Concentratieproblemen werden in de eerste twee metingen het meest genoemd. Er lijkt een patroon te zijn: in de loop van de tijd meer verstoring van de slaap en wat minder concentratieproblemen. Maar het gaat om relatief kleine aantallen: de percentages zijn indicatief.

Vraag 11

Heeft u andere klachten, die niet zijn genoemd in de vorige vraag? U kan ze hier noemen.

Gezien het patroon dat er lijkt te zijn is voor deze vraag per meting bekeken wat er het meest genoemd werd, of wat er opviel.
De klachten die zijn genoemd, zijn te verdelen in persoonlijke klachten en omgevingsklachten.
Veel gehoorde persoonlijke klachten zijn: aantasting van het woongenot, beperkingen in het sociale leven, beperkingen voor het thuiswerken, op je hoede zijn als je naar buiten gaat en hoge mate van irritatie.
Klachten over de omgeving gaan voornamelijk over vervuiling en geluidsoverlast en over het feit dat de hoeveelheid meeuwen lijkt toe te nemen.

Vraag 12

Hartelijk dank voor het invullen. Heeft u nog opmerkingen over het onderwerp ‘meeuwen’ die u aan ons kwijt wil? Dat kan hier: ... (Open vraag)

Bij elke meting hebben de respondenten van de gelegenheid gebruik gemaakt om hier een reactie te geven. Per meting wordt een aantal steekwoorden gegeven die weergeeft wat de teneur in de reacties is geweest.
De meest gegeven reacties gaan over de wens om handhaving en verbodsborden. Mensen ergeren zich aan vervuiling, onder andere als gevolg van voederen. Ook laten veel mensen weten dat de overlast steeds erger wordt.

Einde uitslag

Pas uw dak aan

Meeuwen houden van een plek waar het nest minstens aan één kant beschut ligt. Populaire nestplekken voor meeuwen zijn: op een dakraam, op een dakkapel, op een plat dak (van grind), tegen een lichtkoepel, tegen de dakrand of achter een schoorsteen. U kunt uw dak op de volgende manieren aanpassen zodat meeuwen er niet gaan broeden:

  • Plaats pinnen of duivenprikkers.
  • Span metalen draden evenwijdig aan elkaar over de hele lengte van het dak. Laat tussen elke draad ongeveer 25 centimeter ruimte.
  • Plaats netten. Een net met een maaswijdte van 75 millimeter is het meest geschikt.
  • Haal potentieel nestmateriaal zoals takjes en mos weg van uw dak. Doe dit op tijd en buiten het broedseizoen (eind augustus t/m maart).

Voorkom zwerfvuil

Bied afval op de juiste manier aan en zet geen vuilniszakken naast de afvalcontainers. Gooi geen afval of voedselresten op straat.

Voer meeuwen niet

Geef meeuwen en andere dieren geen eten. Meeuwen hebben het extra voer niet nodig en het trekt mogelijk ongewenste dieren zoals ratten aan. Voeren kan leiden tot geluidsoverlast en agressief gedrag van de meeuwen. Vanaf 1 juli 2022 geldt een voederverbod voor de gehele stad. Overtreders kunnen beboet worden. Overtreders lopen het risico op een boete van € 100, exclusief € 9 administratiekosten.

Zilvermeeuw vliegt tussen kust en Rotterdam

Kees Moeliker, Nederlandse bioloog en directeur van het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam, maakte onderstaande foto van een zilvermeeuw en schreef erbij: 'De zilvermeeuw (Larus Argentatus) op de foto is herkenbaar aan de rode ring met de inscriptie K6 die ze boven het enkelgewricht van haar rechterpoot draagt. Ze werd in 2010 gevangen en geringd op het nest in het havengebied bij Ertsoverslagbedrijf Europoort. Toen was het al een oud vrouwtje. In de zomer van 2012 dook ze op bij Bram Ladage op het Binnenwegplein. Sinds augustus 2012 is ze uitsluitend op de stranden van Kijkduin en 's-Gravenzande gezien. Tot ze op 18 juli 2016 weer bij dezelfde frietkraam bedelend om patat betrapt werd.'