Openbare orde
De gemeente kan een aantal maatregelen nemen om overlast, baldadigheid en kleine ergernissen tegen te gaan. Hiermee voorkomt ze verstoring van de openbare orde. Hieronder ziet u welke maatregelen de gemeente kan nemen.
In de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Rotterdam staan regels over openbare orde en veiligheid, verkeerszaken en horeca-aangelegenheden.
Maatregelen tegen kleine ergernissen
Het is verboden om op of aan de weg, of in een openbaar gebouw te bedelen. Dit verbod beschermt winkelend publiek tegen hinderlijk aanspreken door bedelaars.
Juridische basis: Artikel 2.65 APV
Het rooftassenverbod is bedoeld om winkeldiefstal te voorkomen. Winkeldieven gebruiken vaak speciale voorwerpen. Bijvoorbeeld 'vermomde' diepvriestassen, stoorzenders oftewel 'jammers', magneten of elektronische hulpmiddelen die veiligheidspoortjes of veiligheidslabels uitschakelen. Politie en beveiligers kunnen zulke voorwerpen herkennen. Met het rooftassenverbod kunnen zij ingrijpen vóór de winkeldief iets steelt.
Juridische basis: Artikel 2.44a APV
De artikelen in hoofdstuk 2 afdeling 14 van de APV gaan over:
- Verkoop van drugs op of aan de weg.
- Openlijk drugsgebruik.
- Weggooien van spuiten en dergelijke.
Deze artikelen beschermen bewoners tegen hinder en overlast door dealers, gebruikers en drugsafval. Zichtbare aanwezigheid van dealers en openlijk gebruik van drugs kan gevoelens van onveiligheid veroorzaken. Door deze artikelen kan de politie optreden. Dit ondersteunt het vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie (OM).
Juridische basis: Artikel 2.74, 2.74a, 2.75 APV
Het is verboden om autowrakken op de weg te parkeren. Het college van burgemeester en wethouders kan wegen aanwijzen waar het bijvoorbeeld verboden is voertuigen te koop aan te bieden. Of om grote en hoge voertuigen te parkeren. Zo wordt overlast door geparkeerde voertuigen voorkomen.
Juridische basis: Artikel 5.1 tot en met 5.10, 5.12 APV
Op winkelwagens moet de bedrijfsnaam of een ander herkenningsteken van de winkel staan. De winkel moet de winkelwagens die in de omgeving van de winkel in de openbare ruimte staan verwijderen.
Juridische basis: Artikel 2.14 APV
Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
De politie kan optreden tegen alcoholgebruik dat ervoor zorgt dat mensen hinder en overlast veroorzaken of de openbare orde verstoren.
Bij structurele overlast, of als hinder en overlast valt te verwachten, kan het college op grond van lid 2 een gebied aanwijzen waar:
- het gebruik van alcoholhoudende drank verboden is en
- het verboden is om aangebroken flessen en blikjes met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.
Juridische basis: Artikel 2.48 APV
Het is verboden om hinder en overlast te veroorzaken. Of om doelloos rond te hangen in portieken, wachtruimtes en ruimtes waartoe iedereen toegang heeft. Hetzelfde geldt voor de ruimte meteen voor gebouwen, zoals een bordes, trap, kozijnen enzovoort.
Juridische basis: Artikel 2.49 en 2.50 APV
De Mosquito is een apparaat dat een vooral voor jongeren hinderlijk hoog piepend geluid afgeeft. Het wordt ingezet om jongeren die steeds overlast veroorzaken weg te houden van bepaalde plekken.
De Mosquito is een zwaar middel, dat alleen in het uiterste geval wordt ingezet. Er moet uitvoerig worden gemotiveerd:
- Is er sprake van structurele overlast?
- Waarom hebben al ingezette middelen geen effect gehad?
- Zijn er al Mosquito’s in de buurt?
Mosquito’s worden niet geplaatst in de buurt van voorzieningen die voor iedereen toegankelijk moeten zijn, zoals bushokjes.
Juridische basis: Artikel 4.6a APV
De gemeenteraad kan de burgemeester de bevoegdheid geven om cameratoezicht in te stellen. De Rotterdamse gemeenteraad heeft de burgemeester deze bevoegdheid toegekend in artikel 2:77 APV. Cameratoezicht kan worden ingesteld op openbare plaatsen en op voor iedereen toegankelijke parkeerterreinen.
De burgemeester kan besluiten cameratoezicht in te stellen als dit nodig is voor de handhaving van de openbare orde. Daarbij moet duidelijk gemaakt worden waarom de situatie zo ernstig is dat een zwaar middel als cameratoezicht moet worden ingezet.
Juridische basis: Art.151c Gemeentewet, samen met artikel 2.77 APV
Het is verboden om als straatartiest of straatmuzikant op te treden op of aan door de burgemeester aangewezen wegen. Van dit verbod kan ontheffing worden verleend. Reden voor de burgemeester om een speelverbod in te stellen kunnen zijn:
- de openbare orde en veiligheid
- de volksgezondheid
- het milieu.
Juridische basis: Artikel 2.9 APV
Soms wordt er op straat gevochten, maar is er niets waartegen kan worden opgetreden op grond van het wetboek van Strafrecht. Dus geen openlijke geweldpleging, eenvoudige mishandeling of vechtpartij. Dat gebeurt wanneer 2 personen vechten, er geen gewonden vallen en er geen aangifte wordt gedaan. In zulke gevallen kan er soms wel worden opgetreden op basis van de APV.
Juridische basis: Artikel 2.1 APV
Drugsgebruik in het openbaar geeft mensen een onbehagelijk en onveilig gevoel. De politie kan gebruikers aanhouden of van bepaalde plekken wegsturen. Ook kan de politie de voorwerpen waarmee de overtreding wordt gepleegd in beslag nemen. Zoals lepels, pijpen enzovoort.
Zie ook de toelichting bij Verbod straathandel en drugsgebruik in het openbaar.
Juridische basis: Artikel 2.74a APV
De burgemeester kan, in het belang van de openbare orde, een persoon een verbod opleggen om in de buurt van het Feyenoordstadion, Spartastadion of Excelsiorstadion te zijn. Zo'n verbod geldt van 4 uur voor de wedstrijd tot 4 uur na de wedstrijd of evenement.
Dit verbod moet niet worden verward met het stadionverbod, dat alleen door de beheerder van het stadion kan worden opgelegd.
Om een omgevingsverbod op te kunnen leggen is een dossier nodig. Hieruit moet blijken dat de betreffende persoon de openbare orde structureel rond begin en einde van de wedstrijd verstoort.
Juridische basis: Artikel 2.77c APV
Alle vormen van geluid zijn verboden als ze overlast of hinder voor de omgeving (kunnen) veroorzaken. Van dit verbod kan ontheffing worden verleend.
Juridische basis: Artikel 4.6 APV
Het is verboden in de openbare ruimte de natuurlijke behoefte te doen op een niet daartoe bestemde inrichting of plaats. U mag in de openbare ruimte dus niet plassen en niet poepen op plaatsen die daar niet voor bedoeld of gemaakt zijn.
Juridische basis: Artikel 4.8 APV
Maatregelen bij ernstige verstoring van de openbare orde
Bestuurlijk ophouden is het tijdelijk ergens vasthouden van groepen ordeverstoorders. Dit mag maximaal 12 uur duren.
Bestuurlijk ophouden is een bestuursrechtelijk laatste redmiddel. Het komt pas in beeld bij grootschalige verstoringen van de openbare orde of ernstige vrees daarvoor. Bijvoorbeeld bij krakersrellen, demonstraties of risicowedstrijden.
Juridische basis: Artikel 2.75 APV
De burgemeester kan - op basis van artikel 151b van de Gemeentewet - een gebied aanwijzen als veiligheidsrisicogebied. Dit kan als er ergens wapens zijn, of als dat wordt vermoed. Dus wanneer de kans groot is dat men in een bepaald gebied in een bepaalde periode (vuur)wapens in bezit heeft en hier gebruik van gaat maken. Een gebied wordt aangewezen als veiligheidsrisicogebied voor een bepaalde periode die niet langer is dan strikt nodig is voor handhaving van de openbare orde. In dit gebied mag de officier van justitie een aantal controlebevoegdheden uitoefenen. Deze staan in de Wet wapens en munitie. Vervoermiddelen, kleding en verpakkingen die personen bij zich dragen mogen worden gecontroleerd.
Voordat de burgemeester een gebied aanwijst, overlegt hij hierover met de officier van justitie en de korpschef.
Juridische basis: Artikel 2.76 APV
Het samenscholingsverbod verbiedt personen
- op de weg deel te nemen aan samenscholing.
- zich onnodig op te dringen.
- door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden.
Samenscholing is het in groepjes bij elkaar komen van mensen die een dreigende houding aannemen of kwade bedoelingen hebben. Zo staat het in artikel 186 van het Wetboek van strafrecht.
Onder omstandigheden kan een samenscholing een betoging zijn. Gelet op de Wet openbare manifestaties (WOM) zijn dit soort samenscholingen van de werking van dit artikel uitgesloten.
Doel van het samenscholingsverbod is een goed gebruik van de openbare weg. En het voorkomen van verstoring van de openbare orde.
Juridische basis: Artikel 2.1 APV