Verborgen leed mantelzorger
Veel ouderen zijn afhankelijk van hulp door mensen om hen heen: kennissen, buren en familie. Deze vorm van zorg noemen we mantelzorg. Dat gaat vaak goed, maar soms ook niet.
Ik ben Anneke en woon in Rotterdam. Net als mijn moeder. Ze is pas 75 maar ze loopt moeilijk en ze kan niet goed lezen en schrijven. Alleen basisschool gehad hè, dan krijg je dat. Gelukkig woont ze ook in Schiebroek, dicht in de buurt. Ik doe haar boodschappen, maak bij haar schoon, help haar met het papierwerk en zo voorts. Dat is al zo sinds het overlijden van mijn vader, een paar jaar terug. Ik vind dat dat hoort. Ze heeft altijd voor mij gezorgd en dit is het minste wat ik kan terugdoen.
Zelf heb ik 4 schatten van kinderen. De jongste is 8 de oudste 16. Dus je kent dat wel, daar heb ik m’n handen meer dan vol aan. De één moet na school naar voetbal, de ander naar de zwemles en de volgende naar z’n vrienden. En mijn man is vaak weg. Altijd maar druk met twee banen naast elkaar om ons een goed leven te geven. “Er moet brood op de plank en liefst met een dikke plak worst”, zegt hij altijd. Maar daardoor is hij bijna nooit thuis en heb ík eigenlijk óók twee banen.
Je snapt het, ik moet dus zorgen voor een heleboel mensen. Zorgen dat het allemaal goed loopt, dat de was gedaan is, dat alles schoon is en dat iedereen op tijd te eten heeft. En weet je, de laatste tijd slaap ik steeds minder goed. Dan lig ik wakker en denk na over alles wat ik de volgende dag moet doen. Daar kan ik zo over piekeren. Echt, dat slóópt me.
Ik weet niet of het daardoor komt, maar ik reageer wel steeds vaker geïrriteerd. Of ik vergeet iets waardoor er van alles misgaat. Gisteren bijvoorbeeld. Ik zou met mijn moeder mee naar de huisarts, maar dat was ik helemaal vergeten. Zat ze aangekleed en wel voor niks op me te wachten bij haar thuis. En moesten we een nieuwe afspraak maken. Afijn, hoop gedoe, ma boos, ik boos…
Maar toen ze daar dus boos over deed naar mij, kon ik het even niet meer aan. Er knapte gewoon wat. Dus ik viel heel erg tegen haar uit. Terwijl het míjn schuld was! Maar het gebeurde gewoon. En als ik heel eerlijk ben: het was niet de eerste keer.
Ja natuurlijk voel ik me daarna heel erg schuldig. Ik houd erg van mijn moeder en zij kan het ook niet helpen. Kijk, ik wil voor mijn gezin zorgen, én voor mijn moeder. Ik denk ook écht dat ik dat het beste kan. Ik ken mijn moeder het beste. Maar soms wordt het me allemaal echt te veel. En dan zeg ik dingen die ik niet had moeten zeggen. Want dan reageer ik dat op haar af. Erg eigenlijk hè?