Taaleis bijstand
Wie een bijstandsuitkering ontvangt moet zich houden aan de Wet taaleis. In de Wet taaleis staat dat u Nederlands moet spreken zoals kinderen van ongeveer 12 jaar oud spreken aan het einde van de basisschool. U voert simpele gesprekken in het Nederlands en snapt korte, makkelijke teksten en kunt deze schrijven. Dat noemen we taalniveau 1F (A2).
Als u de gemeente een bewijs kunt laten zien van:
- Rapporten of een verklaring van een lagere school of basisschool in Nederland (tot en met groep 8).
- Een diploma van een middelbare school in Nederland (voortgezet onderwijs).
- Diploma’s van een andere Nederlandstalige opleiding.
- Een diploma inburgering:
- Geslaagd voor NT2 niveau 2.
- Geslaagd voor inburgeringsexamen, nieuwkomerscertificaat of oudkomerscertificaat. Alle onderdelen moeten op A2-niveau zijn.
Alle diploma’s moeten zijn behaald in de Nederlandse taal aan een erkend opleidingsinstituut.
Vind hier gratis informatie over uw diploma via DUO. Link opent een externe pagina.
Heeft u vragen over een bewijsstuk dan kunt u contact opnemen met uw contactpersoon van de gemeente.
Heeft u bewijs dat u voldoende Nederlands beheerst, begrijpt, spreekt en leest? Stuur de gemeente het bewijs toe.
Dat doet u zo:
- U stuurt met de post een kopie van het bewijs, bijvoorbeeld een diploma.
U maakt een kopie van de voorkant en van de achterkant van uw bewijsstuk. - U zet uw voor- en achternaam, adres en geboortedatum op de kopie.
Als u getrouwd bent, schrijft u ook uw eigen achternaam op. - U schrijft uw klantnummer op.
Dat bestaat uit 7 cijfers en staat rechtsboven op de toelichting van uw uitkering (na ‘ons kenmerk’).
Adres gemeente
Stuur de kopie naar dit adres, een postzegel is niet nodig:
Gemeente Rotterdam
Bewijsstuk Taaleis
Antwoordnummer 566
3000 WB Rotterdam
Heeft u geen diploma, rapport of ander bewijs waarmee u kunt laten zien dat u het Nederlands voldoende kent?
Dan krijgt u een uitnodiging voor een taaltoets.
De toets is gratis en bestaat uit oefeningen om te testen wat u weet van het Nederlands.
U doet uw toets op 5 onderdelen:
- Spreken
- Luisteren
- Een gesprek voeren
- Schrijven
- Lezen.
Geslaagd of gezakt
U krijgt een brief of u geslaagd bent voor de taaltoets of niet geslaagd.
- Bent u geslaagd? Dan heeft u laten zien dat u de Nederlandse taal goed beheerst.
- Bent u niet geslaagd? Dan moet u een ‘inspanning’ leveren.
Dat betekent dat u echt moeite moet doen om beter Nederlands te leren.
Na die brief hebt u 12 maanden om uw taalniveau te verbeteren. U kunt bijvoorbeeld taallessen volgen.
Heeft u 12 maanden genoeg inspanning geleverd? Dan bent u klaar met de taaleis.
Wanneer geen taaltoets
Bent u nog maar kort in Nederland? U hoeft dan geen toets te maken maar de gemeente stuurt u een brief met 'een redelijk vermoeden niet beheersen Nederlandse taal'.
U moet dan wel een 'inspanning' leveren. Dat betekent dat u echt moeite moet doen om beter Nederlands te leren.
Na die brief heeft u 12 maanden om uw taalniveau te verbeteren. U kunt bijvoorbeeld taallessen vanuit de inburgering volgen.
Heeft u 12 maanden genoeg inspanning geleverd? Dan bent u klaar met de taaleis.
Wie zich niet genoeg heeft ingespannen om het Nederlands te leren, of weigert, kan een lagere uitkering krijgen.
De korting is:
- In de eerste 6 maanden 20%.
- De volgende 6 maanden 40%.
- Na 1 jaar 100%.
Bij een zeer dringende situatie, zoals een huisuitzetting, zal de gemeente niet korten op de uitkering.